Verwijtbaar handelen of nalaten van een werknemer, vormt een redelijke grond voor u als werkgever om tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst over te gaan. Daarbij hoeft niet meer beoordeeld te worden of herplaatsing van uw werknemer in een andere functie binnen uw bedrijf tot de mogelijkheden behoort. Indien de kantonrechter het ontbindingsverzoek toewijst, bent u als werkgever wel een transitievergoeding verschuldigd. Dit wordt anders wanneer u kunt onderbouwen dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen/nalaten van uw werknemer. In het laatste geval, hoeft – tenzij maatstaven van redelijkheid en billijkheid dit onaanvaardbaar maken – geen transitievergoeding te worden betaald.

Een proactieve/accurate werknemer is de droom van iedere werkgever. Echter, zoals blijkt uit de volgende uitspraak, heeft dit zijn grenzen. De werknemer, laten we hem Jan noemen, treedt met ingang van 1 mei 1988 in dienst bij de werkgever, uiteindelijk werkzaam in de functie van Sales Manager tegen een salaris van € 9.834,13 exclusief emolumenten. Wanneer de werkgever besluit een overeenkomst met één van haar klanten te beëindigen, constateert de werkgever dat Jan aan de desbetreffende klant factureert voor het gebruik van opslagruimte van de werkgever. Dit is in principe geen probleem, ware het niet dat Jan de gelden liet betalen op zijn privérekening en geen voorafgaand overleg met de werkgever heeft plaatsgevonden. In totaal zou aan de klant € 35.925,- zijn gefactureerd. De werkgever spreekt Jan erop aan en dient daarbij een verzoek tot ontbinding in bij de kantonrechter wegens (ernstig) verwijtbaar handelen van Jan.
Jan, begrijpt de frustratie van zijn werkgever niet, nu hij genoemde gelden op zijn privérekening heeft laten betalen om een ‘potje’ te creëren voor zakelijke kosten waar geen factuur tegenover stond. Denk daarbij bijvoorbeeld aan uitkeringen ten behoeve van trouwe werknemers die het financieel moeilijk hebben of een traktatie-etentje. Het lukte Jan alleen niet om een overzicht te geven van de kosten waar geen factuur tegenover stond. Daarnaast werd onder meer duidelijk dat Jan ook meermaals kosten dubbel declareerde bij zijn werkgever en privékosten zakelijk declareerde. Een foutje is menselijk. Bij Jan was het echter uit de hand gelopen nu uit een opgesteld rapport bleek dat hij 25 keer kosten dubbel had gedeclareerd, 51 declaraties waren aangedikt, 136 declaraties waarschijnlijk privékosten zijn en 313 declaraties (ten bedrage van in totaal € 90.000,-) in dermate slechte staat zijn dat niet valt te achterhalen waar de kosten zijn gemaakt.
Jan reageert laconiek tijdens de zitting bij de kantonrechter. Jan wist het antwoord al wat hij zou krijgen wanneer hij vooraf om toestemming zou vragen voor de te maken kosten en vond gewoon dat hij dit moest doen, dus heeft hij het gedaan. Jan merkt daarbij op dat hij – eerlijk gezegd – het zo nog een keer zou doen.
De kantonrechter volgt onder verwijzing naar de feiten het standpunt van de werkgever dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen. Jan probeert nog met een beroep op de maatstaven van redelijkheid en billijkheid zijn transitievergoeding (gedeeltelijk) veilig te stellen. De kantonrechter wijst dit echter af, mede gelet op de omvang en de duur van de periode dat Jan op deze wijze heeft gehandeld en ontbindt de arbeidsovereenkomst per 1 juni 2018.
Wilt u meer weten over het onderwerp (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten? Neemt u dan vrijblijvend contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten.